Procedurele waarborgen minderjarige verdachten of beklaagden: wijziging wetboek van strafvordering per 1 juni 2019
Op 1 juni 2019 is de Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van Richtlijn 2016/800/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure in werking getreden.
In deze wet worden de rechten voor minderjarige verdachten en beklaagden opgenomen – voor zover dit nog niet was gebeurd – die voortvloeien uit de Richtlijn 2016/800/EU
Het gaat om het recht op informatie, het recht op bijstand van een raadsman voor en tijdens het verhoor, het recht op medische beoordeling, het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het recht op aanwezigheid bij het onderzoek ter terechtzitting.
Een gevolg van deze wetswijziging is onder meer dat aangehouden minderjarige verdachten vanaf 1 juni 2019 geen afstand meer kunnen doen van verhoorbijstand en dat wordt voorzien in de aanwijzing van een raadsman wanneer de verdachte in de avond wordt heengezonden omdat geen advocaat beschikbaar is en hij wordt uitgenodigd om de dag erna te verschijnen voor verhoor. Ook is expliciet bepaald dat voorlopige hechtenis voor een zo kort mogelijke duur mag worden bevolen.