Reactie VNJA op conceptwetsvoorstel Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (USB)
Conceptwetsvoorstel Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (USB)
Het conceptwetsvoorstel Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (USB) is op 8 februari 2019 (opnieuw) in consultatie gegaan. Doel van dit wetsvoorstel is om het systeem van uitvoering van straffen aan te passen teneinde de kans te vergroten dat door de rechter opgelegde straffen effectief en tijdig worden uitgevoerd. De voorgestelde wijzigingen gaan onder meer over het stroomlijnen van de PIJ-maatregel voor minderjarigen en de TBS-maatregel voor volwassenen. De VNJA maakt zich daar zorgen over. Ook maakt de VNJA zich zorgen over het voornemen om executieverjaringstermijnen ook voor minderjarigen te laten vervallen.
Hier leest u de reactie van de VNJA in het kader van de consultatie d.d. 29 maart 2019: advies invoeringswet usb vnja
De VNJA vraagt met klem aandacht voor het feit dat berechting en bestraffing van jeugdigen fundamenteel verschilt van dat van volwassenen. Het jeugdstrafrecht kenmerkt zich door de pedagogische grondslag en dient zich (ook) te richten op rehabilitatie en (her-)opvoeding en niet slechts vergelding ten doel hebben. Het dient oog te hebben voor het feit dat jeugdigen in ontwikkeling zijn en waar nodig moeten worden bijgestuurd. Naast de bijdrage aan beveiliging van de maatschappij dient in het jeugdstraf-en sanctierecht dus ook de bijdrage aan de gunstige ontwikkeling van de jeugdige steeds meegewogen te moeten worden. De VNJA constateert in het wetsvoorstel dat dit aspect ten onrechte naar de achtergrond verdwijnt. Dit is in strijd met de internationale beginselen van het jeugdstrafrecht, zoals vastgelegd in artikel 3, 37 en 40 IVRK en EU-richtlijnen.
Ook de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) en de Raad voor de Rechtspraak uitten bezwaren. Klik hier voor deze reacties:
AdviesInvoeringswetUSBDEF_tcm26-385002 RSJ